Hoera!
Je bent jarig, pakt je cadeau uit en er zit een parel in!
Ook wel eens verrast als je jezelf uitpakt en dan de echte versie van jezelf tegenkomt?
Als je vanuit de echte versie werkt, neem je je eigen gedachtes, gevoelens, intuïtie en keuzes serieus. En je drukt (gedoseerd) uit wat er werkelijk in je omgaat.
Dan geef je bijvoorbeeld aan wat je goed kan én wat je (nog) niet kan, wat je fijn vindt én wat je dwars zit, en ben je open én geef je je grenzen aan. Dat betekent dat je eerlijk bent naar jezelf, moed uit de kast haalt en gaat voor waar je in gelooft. Dat is niet de perfecteversie van jezelf, waarbij je van alles weg- of oppoetst.
Je zit in een meeting en denkt: ‘ik ben het er niet mee eens. Zeg ik er nou wat van, of ben ik weer Pietje-houdt-z’n-klep?’ Zo zet ICT-manager Pieter soms zijn please-masker op als het spannend wordt en autoriteiten aan tafel schuiven. Een bestuurder bromt dat Pieter nu echt het nieuwe computersysteem op de afdelingen in moet voeren. Want de tijd dringt. Pieter’s innerlijke ja-knikker staat al paraat, maar iets binnenin hem schreeuwt hard nee. Eigenlijk wil hij nee zeggen, maar voor Pieter is dit geen gemakkelijke opgave. Want als een autoriteit een probleem heeft (en vooral met hem), neigt hij zichzelf kleiner te maken of steekt hij z’n kop in het zand.
Waarom doet hij dat? Omdat hij dit al z’n hele leven doet! Zijn ouders hadden vaak stevige mot en hij probeerde dat te sussen en de sfeer erin te houden. Zo ontstond zijn recept: ‘Problemen sussen, de boel gezellig houden of gewoon weglopen. Doodnormaal voor hem.
Normaal? Totdat hij zich in een verdiepende leergang realiseert dat dit juist soms averechts werkt. En ontdekt hoe hij vanuit z’n echte versie kan werken, ook in lastige situaties.
Je werkt vanuit de echte versie van jezelf als je bijvoorbeeld uitdrukt wat je echt verlangt of dwarszit.
Zo praat Pieter opnieuw met de afdelingsmanagers en luistert nu met frisse oren en ogen. “Jij had het beter voor ons moeten opnemen”, zeggen sommigen verwijtend. En weer wil hij bagatelliseren en rechtvaardigen. Maar nu doet hij het niet. Hij blijft gewoon zitten, luistert en vraagt door, zodat alles op tafel komt.
Even later bij de koffiehoek, trekken in een flits beelden aan hem voorbij: fronsende, pruttelende afdelingsmanagers met stevige feedback kost in de testfase. Een niet-door-te-komen 300 pagina’s dik handboek van de leverancier, waar je zo een weekend of twee mee zoet bent.
Morgen staat het nieuwe systeem weer op de bestuursagenda en Pieter vraagt zich af: ‘Wat moet ik doen?’
De volgende ochtend loopt hij zelfbewust de meeting in. En zegt: “Ik sta er gewoon niet achter om het nieuwe systeem zo top-down op te leggen, terwijl afdelingen er niet mee kunnen werken”. Als een stoere ridder te paard zet hij ferm de gemeenschappelijke zorgen en wensen op het speelveld. Hij eist dat de leverancier aanpassingen maakt. Ook al weet hij dat de leverancier een vriendje is van een bestuurder.
Persoonlijke en professionele kracht, helderheid en meer effectiviteit.
Pieter maakt nu vanuit z’n eigen kracht duidelijk dat het bakken tijd en geld scheelt als er een aanpassing gemaakt wordt. Dan kan iedereen fronsvrij met het nieuwe systeem werken. De bestuurders gaan overstag. De leverancier wordt op het matje geroepen en past zijn plannen aan.
Resultaat: groter draagvlak bij het personeel en een effectieve implementatie van het nieuwe computersysteem. Pieter is blij z’n echte versie en de afdelingsmanagers hebben zin om met het nieuwe systeem aan de slag te gaan.
1- Welk sociaal masker zet jij op als het spannend wordt?
2- Wat zou er gebeuren als jij je echte versie laat zien?
© 2017 Martin Thoolen & Wendy Hobbelink